Ik zal je hier uitleggen hoe je rimpels kunt verminderen. Ik zeg uitdrukkelijk verminderen omdat je te nooit helemaal wilt verwijderen. Hiervoor heb ik deze foto genomen, want deze vrouw heeft mooie rimpels en is het dus duidelijk te zien wat we gaan doen.
Stap 1: Nieuwe laag aanmaken
Het eerste wat we gaan doen is een nieuwe laag aanmaken, waar we dan vervolgens in gaan retoucheren. Een nieuwe laag kun je aanmaken door op het Nieuwe Laag icoontje te klikken, of door op “Ctrl+shift+n” te drukken.
Nu verschijnt er in ja lagen palet een nieuwe laag. Zorg dat je deze laag hebt geselecteerd voor de volgende stappen. Je kunt hem selecteren door er op te klikken.
Stap 2: Het retoucheerpenseel
Het retoucheerpenseel(Healing Brush) is, zoals de naam al zegt, gemaakt om te retoucheren. Met het retoucheerpenseel kun je een bron selecteren door “Alt” in te drukken en te klikken. Vervolgens, als je klikt, zal Photoshop de pixels van de bron kopiëren naar de plaats waar je klikt. Maar let op, het grote verschil met de Close Stamp(kloonstempel) tool, is dat de Clone Stamp gewoon klakkeloos kopieert, maar het retoucheerpenseel kijkt naar de omgeving waar je heen kopieert, en laat dat in elkaar overvloeien. Dat maakt het retoucheerpenseel uiterst geschikt om oneffenheden weg te werken.
Hier kun je het retoucheerpenseel vinden.
Stap 3: Retoucheren
Als je nu “Alt” ingedrukt houd, veranderd je cursor in eenrondje met een kruisje in het midden. Hiermee kun je een bron selecteren. Dus, houdt “Alt” ingedrukt, en klik op een egaal stuk huid.
Als je nu “Alt” los laat, zul je zien dat de pixels die je als bron hebt geselecteerd, als het ware gevangen zitten in het rondje van je cursor. Als je nu klikt, worden de pixels die in je cursor te zien zijn, van de bron, naar die plek gekopieerd. Dus nu kun je de rimpels, door een bron te selecteren op een egaal stuk huid, en daarna te klikken en te slepen over de rimpels, wegwerken.
Er zijn nog twee instellingen waar ik je even wat over wil vertellen. Ze zitten allebei bovenin de balk als je het retoucheerpenseel hebt geselecteerd. De één is “Aligned” en de ander is “Sample all layers”. In het Nederlands is dat “Uitgelijnd” en “Alle lagen”.
Het vinkje “Uitgelijnd” zorgt ervoor dat de bron(“Alt”+klik) en je cursor in dezelfde formatie blijven als waarin ze zijn vastgelegd. Dat vastleggen gebeurd op het moment dat je voor het eerst klikt ná het selecteren van een bron. Dus, voorbeeld, als ik met “Alt” klik op haar rechter pupil, en vervolgens “Alt” loslaat en de pupil op haar rechter wang zet, worden de bron en de cursor op dat moment vastgezet in die formatie. Als ik daarna dus de muis naar haar rechter mondhoek beweeg, zal het retoucheerpenseel een stukje wang kopiëren.
Ik zat nu het vinkje “Aligned” uit, omdat ik alleen maar dezelfde pixels van één punt op haar wang wil hebben.
Het vinkje “Alle lagen” zorgt ervoor dat je retoucheerpenseel niet uit alléén de huidige laag een monster neemt, mar uit alle lagen. Die moet in dit geval dus aan staan, omdat we niet in de achtergrondlaag werken, maar in een laag daarboven.
Maak je niet te druk over het retoucheren als het ingewikkeld klinkt. Het is gewoon een kwestie van veel doen, oefenen, proberen, instellingen veranderen, en opnieuw doen. Dan krijg je vanzelf meer inzicht in hoe het werkt.
Dit is de foto nadat ik de rimpels rond het oog heb geretoucheerd.
Voor deze tutorial heb ik alleen alle rimpels rond haar rechteroog weggehaald. Dit ziet er nu heel onnatuurlijk uit, maar daar gaan we iets aan doen. Dat “iets” heet Opacity, oftewel, Dekking in het Nederlands, en zit aan de rechterkant, bovenin je lagen palet.
Klik op het driehoekje, en je krijgt een schuifje te zien. Door deze schuif te vershuiven, kun je de dekking van de laag aanpassen. Daarmee word de laag dus doorzichtig. In dit geval wil dat zeggen, dat als we de schuif naar links trekken, tot ongeveer 50%, het retoucheren ook maar voor 50% te zien is, en er dus ook 50% rimpels van de laag eronder doorheen komen.
Klaar zijn we! Je kunt op het oogje van de retoucheerlaag klikken om deze onzichtbaar te maken, dan kun je heel makkelijk het verschil zien van voor en na. Hier een voor-na’tje, met in het midden het oogje om de laag onzichtbaar te maken.
Je kunt deze techniek ook toepassen op pukkeltjes of plekjes, en er dan voor kiezen om de Opacity aan te passen, of om ze gewoon helemaal weg te laten.
En een tip:
Om het beter te onthouden, kun je het het best een paar keer zelf doen. Kies een foto van iemand met rimpels, open die foto in Photoshop, en houd deze pagina bij de hand terwijl je het zelf probeert.
Ik hoop dat je er wat aan hebt, en tot de volgende tutorial!